Graag brengen wij jullie op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rond de branchebrede aanpak voor het Vermijdings- en Reductieprogramma Zeer Zorgwekkende Stoffen (VRP-ZZS) voor mestverwerkers en -vergisters. In onze eerdere update van 10 februari gaven we al in samenspraak met branchepartijen Cumela, ZLTO, POV en Dumipro aan dat we als sector streven naar een uniforme aanpak en die ambitie staat nog steeds!

Wat is het plan van de sector?
Op basis van de bestaande kennis en gegevens over ZZS binnen onze sector, zien we volop mogelijkheden om te komen tot een branchebrede VRP-ZZS. Ons plan is om bestaande expertise uit de sector in te zetten voor het opstellen en toetsen van een conceptversie. Deze kan vervolgens door alle leden gebruikt worden als uitgangspunt, waarbij je die – indien nodig – kunt aanpassen aan je eigen bedrijfsvoering. We verwachten hierbij slechts een beperkt aantal varianten, gezien de overeenkomsten in processen binnen onze branche. Na publicatie van de branche VRP willen we ook een online sessie organiseren waarin we uitleg geven over de aanpak en toepassing. Op dit moment werken we nog aan de uitwerking van het plan van aanpak. We hopen jullie binnen enkele weken meer duidelijkheid te kunnen geven, inclusief een indicatieve tijdlijn en informatie over de financiering. Over dit laatste zijn we in gesprek met een aantal betrokken partijen. Wat gebeurt er bij de omgevingsdiensten? Op 16 juni vond er overleg plaats met ODNL, diverse omgevingsdiensten, VNO-NCW, Cumela en het Platform Groen Gas. Hieruit kwamen een aantal belangrijke punten naar voren:

• Alle mestverwerkers en -vergisters in Nederland zullen in 2025 een brief ontvangen met het verzoek een VRP-ZZS aan te leveren.
• Ook ODNL en de omgevingsdiensten geven de voorkeur aan een uniforme aanpak voor de gehele sector (vergelijkbare trajecten lopen ook bij andere afvalverwerkende sectoren).
• Van bedrijven wordt verwacht dat zij zelf contact opnemen met hun omgevingsdienst over de gekozen aanpak (eigen traject of aansluiten bij de brancheaanpak).
• Bedrijven die meedoen aan de branche VRP kunnen uitstel aanvragen bij hun omgevingsdienst. ODNL heeft aangegeven dat uitstelverzoeken in principe worden gehonoreerd, mits er zicht is op voortgang. Voor bedrijven die reeds voor 1 juli 2025 een VRP moesten aanleveren en dat nog niet hebben gedaan, is deze brief als grond voor uitstel te gebruiken. Bedrijven met een latere deadline kunnen de vervolginformatie en planning afwachten. Met deze brief hopen we jullie voorlopig voldoende te hebben geïnformeerd. Zodra er meer duidelijkheid is, komen we uiteraard weer bij jullie terug.

Voor vragen kun je terecht bij Eise Spijker – eise@platformgroengas.nl

Bijlage: Vragen & antwoorden
1. Wat als mijn omgevingsdienst geen uitstel verleent? ODNL en de zes landelijke OD-regiocoördinatoren hebben bevestigd dat uitstel in principe wordt toegekend, zolang er voldoende voortgang is met het brancheproces. Krijg je toch geen uitstel? Neem dan contact met ons op. We kijken dan samen of we kunnen bemiddelen.
2. Wat als mijn omgevingsdienst na indiening extra metingen vraagt? Het is mogelijk dat je OD binnen de VRP-ZZS kaders om aanvullende emissiemetingen of analyses vraagt. Dit kan tijd en geld kosten. Daarom onderzoeken we of er mogelijkheden zijn voor gezamenlijke metingen, of het delen van representatieve meetresultaten zodat niet elk bedrijf alles apart hoeft uit te voeren. Laat ons vooral weten wat jouw OD vraagt, zodat we kunnen kijken of samenwerking of kennisdeling mogelijk is.
3. Wat zijn de voordelen van een gezamenlijke aanpak? Een uniforme aanpak biedt veel voordelen:
• Gelijk speelveld binnen de sector: Eén lijn in beleid en toezicht, ongeacht regio of grootte van het bedrijf.
• Kostenbeheersing: Voorkomen van dubbele metingen en benutting van representatieve data.
• Gecoördineerde herziening: Mogelijkheid om de verplichte 5-jaarlijkse herziening van de VRP-ZZS collectief te organiseren.
• Maatschappelijke verantwoordelijkheid: Gezamenlijk bepalen welke taken en kosten redelijkerwijs bij de sector horen, met oog voor effectiviteit. De sector is immers zelden de bron (producent) van ZZS, maar zal daar waar dat mogelijk en maatschappelijk gezien het meest effectief is wel verantwoordelijkheid willen dragen