Vlak voor de zomer van 2023 besloten de Omgevingsdiensten in Noord-Nederland om het digestaat van 33 vergisters uitgebreid te onderzoeken. Vergisters produceren energie uit biogrondstoffen en het materiaal dat daarna overblijft noemen we digestaat. Vergisters hebben te maken met strenge eisen ten aanzien van welke biogrondstoffen ze mogen gebruiken. Zolang ze aan deze eisen voldoen kan het digestaat gebruikt worden als meststof en draagt het bij aan een vruchtbare bodem. Het onderzoek van de Omgevingsdiensten vond plaats om te controleren of vergisters niet gebruikt werden om op een illegale manier afval te lozen. Afval dat dan via de vergisters onze bodems zou vervuilen.
Tijdens het onderzoek werd gekeken naar radioactief materiaal, zware metalen en drugs (raar genoeg niet naar drugsafval). Uit het onderzoek bleek dat er geen sprake was van vervuiling met radioactief materiaal en/of zware metalen. Tot ieders verrassing werd er wel amfetamine gevonden en niet slechts in een enkele vergister maar in 23 van de onderzochte 33 vergisters. Amfetamine is een drug die in de volksmond bekend staat als Speed. De vergisters waar amfetamine is aangetroffen zijn in het najaar van 2023 opnieuw gecontroleerd. Toen werd bij 17 vergisters wederom amfetamine gevonden. De amfetamine werd in zeer lage concentraties aangetroffen van enkele tientallen ppb’s. Ppb staat voor ‘part per billion’ wat één op een miljard betekent. Met andere woorden: bij een concentratie van 20 ppb in je digestaat heb je, om één gram amfetamine te verzamelen, 50.000 kilogram digestaat nodig.
De Omgevingsdiensten waren vrij snel met het trekken van hun conclusie: de amfetamine was afkomstig uit de dumping van drugsafval waardoor de inhoud van de vergisters nu als afval beschouwd moest worden. Dat betekent dat het niet meer gebruikt mag worden als meststof maar moet worden verbrand in afvalverbrandingsinstallaties. Een ondernemer betaalt dan niet een paar tientjes per ton maar meer dan 100 euro per ton om van zijn digestaat af te komen. Dat is voor een ondernemer in de biogassector niet te betalen. Ze hadden dus geen andere keus dan het proces stil te leggen.
De uitkomsten van de analyses waren voor de ondernemers net zo verassend als voor de Omgevingsdiensten. Biogasproducenten zijn daarom direct begonnen met onderzoek naar de herkomst en aanwezigheid van de amfetamine in het digestaat. Daarbij is zoveel mogelijk informatie omtrent de procesvoering en de input van stoffen en leveranciers verzameld en samengevoegd waarna een uitgebreide data-analyse is gedaan. Binnen enkele weken kon al een flink aantal oorzaken worden uitgesloten:
- de amfetamine in de vergister kon niet verklaard worden door een gezamenlijke leverancier die besmet materiaal geleverd zou hebben;
- het gebruik van vervuilde containers waar eerder zuiveringsslib in vervoerd kon ook niet de oorzaak zijn;
- tot slot bleek dat ook ijzerslib, dat gebruikt wordt in het proces en afkomstig is van zuiveringsinstallaties, niet de verklaring was.
De ondernemers vonden een aantal zaken die wel een rol leken te spelen. Onder de getroffen bedrijven zaten namelijk relatief veel bedrijven die bij een hogere temperatuur werken en eiwitrijke voeding gebruiken. Ook zagen we dat bij bedrijven waar een deel van het digestaat gerecirculeerd werd, hogere concentraties amfetamine voorkomen.
Waar de amfetamine vandaan kwam was nog steeds niet duidelijk waardoor de zoektocht verder ging. Een aantal ondernemers is zeer uitgebreide testen gaan uitvoeren op alle biogrondstoffen die ze gebruikten. In totaal zijn meer dan 50 analyses uitgevoerd en in geen van die analyses werd amfetamine aangetroffen. Ook was er een ondernemer zo slim om te onderzoeken of er stoffen in het digestaat zaten die vrijkomen bij de productie van amfetamine; het eigenlijke drugsafval dus. Dat werd niet aangetroffen.
Voor de ondernemers werd het zo langzamerhand steeds duidelijker dat hier waarschijnlijk heel iets anders aan de hand was dan het dumpen van drugsafval. Dat idee raakte in een stroomversnelling toen experts van Bioclear een route vonden waarlangs bacteriën in staat zouden moeten zijn om amfetamine te maken. Het mooie was ook nog een keer dat de bacteriën en enzymen die hiervoor nodig zijn in de meeste vergisters ook ruimschoots voorhanden zijn. Hulp van de overheid leek op dat moment nog ver weg, die gaven aan dat als de amfetamine door bacteriën werd gemaakt, de biogasondernemers eigenlijk drugsproducenten waren die de Opiumwet overtraden.
De betrokken ondernemers hebben een laboratorium gezocht om aan te tonen dat bacteriën amfetamine zouden kunnen maken. Daarvoor konden ze helaas niet terecht bij Wageningen Food en Safety Research (onderdeel van de Universiteit). Dit instituut was niet beschikbaar voor ondernemers omdat de Omgevingsdiensten er hun tests lieten uitvoeren. De ondernemers moesten daarom uitwijken naar het buitenland, net als voor alle tests die ze hadden laten uitvoeren op de ingaande stromen. Een Belgisch laboratorium van Innolab bleek uiteindelijk in staat het onderzoek wel uit te voeren.
Een kleine laboratoriumvergister is gevuld met materiaal uit een vergister waarin amfetamine is aangetroffen. Daarna is de vergister ruim 40 dagen gevoed met biogrondstoffen waarvan we zeker weten dat het geen amfetamine bevat. Na 40 dagen is bijna evenveel materiaal toegevoegd als in de vergister aanwezig was, er heeft dus een behoorlijke verdunning plaatsgevonden. Op basis van die verdunning is precies te berekenen wat de amfetamine concentratie zou moeten zijn. Deze concentratie is vergeleken met de daadwerkelijk gemeten amfetamine concentratie. Tijdens het onderzoek liepen deze waardes steeds verder uiteen en bij de beëindiging van de proef was de gemeten amfetaminewaarde 46% hoger dan hetgeen verwacht werd.
Het bewijs voor amfetaminevorming in de vergister lijkt hiermee te zijn geleverd. Of zoals de onderzoekers het zelf formuleren: “…Er zijn sterke indicaties dat de vorming van amfetamine gedurende het anaeroob proces plaats vindt. Met een verschil van 46% voor de amfetamine analyse tussen de theoretische waarde en gemeten waarde zitten we boven de 30% meetonzekerheid van de amfetamineanalyse. Het verschil tussen de theoretische en gemeten waarde is dus significant…”
De ondernemers mogen gelukkig sinds beging dit jaar hun digestaat weer afvoeren. Vooral dankzij de provincies Fryslân en Drenthe die inzagen dat hier geen sprake kon zijn van drugsafvaldumping.
Dit hele traject heeft ons als Platform Groen Gas, maar met name de ondernemers, veel energie, tijd en geld gekost. Zonder de betrokkenheid van de ondernemers hadden we niet bereikt wat er nu bereikt is. In het bijzonder zijn we dank verschuldigd aan Ids Schaap die het onderzoek in België heeft laten uitvoeren en aan Jan Zuidema en Mark van Seventer die enorm veel tijd hebben geïnvesteerd in het verzamelen van informatie en het overtuigen van de lokale overheden.